Inspiratie

Van lot naar plot

Connie Palmen sprak op 5 oktober 2023 de Spui25-lezing uit. Deze is hier te zien.

De tekst is gepubliceerd in mr 41 van De Groene.

Een citaat:

“[…] Gebeurtenissen laten zich pas inbedden in een biografische vertelling als we de tijd begrenzen door een begin en een einde. Het geheugen houdt niet van losse draden, het houdt van weven, van overeenkomsten, van oorzaak en gevolg. Het verstand legt een causale logica op aan de gebeurtenissen in ons bestaan omdat het leven voor ons onbegrijpelijk wordt als we het ene verschijnsel niet met het andere kunnen verbinden. Als we oorzaak en gevolg, begin en einde, eerste en laatste momenten niet kunnen opleggen aan de werkelijkheid, krijgen we geen grip op de tijd, en zien we er geen verhaal in.

Het volkomen unieke is nietszeggend, het vindt nergens het houvast van een alinea om zich in te nestelen, woorden waarmee het kan samengaan om betekenisvol te worden. Het geheugen slaat de zogenaamde harde feiten in een bewerkte vorm op, ingekleurd, verpersoonlijkt, geïnterpreteerd, en het voegt ze toe aan bestaande herinneringen omdat ze er gelijkenis mee vertonen of omdat ze ermee in contrast staan. De nieuwe elementen die worden toegevoegd aan een bestaand verhaal, veranderen dat oorspronkelijke verhaal, ze bedekken de pure, maagdelijke eerste versie en plaveien die met tweede, derde, eindeloze herhalingen.

Zonder dat we ons daar bewust van zijn gaan we ons hele leven door met het dagelijks bewerken van onze herinneringen, zijn voortdurend in de weer met het mentaal bijschaven, verdichten, redigeren en herschrijven van ons levensverhaal. We werken continu aan onze biografie, zijn van uur tot uur in de weer met het maken van fictie. Het prettige is dat je in elk geval in één verhaal het hoofdpersonage bent waar alles om draait. Het minder goede nieuws is dat iedereen om je heen ook zelf het centrum is van het heelal en het hoofdpersonage in zijn eigen biografie. Dus. Niet. Jij. In het verhaal van anderen ben je een minor character, een nevenpersonage dat een bijrol vervult, nooit de hoofdrol.

Bij niemand.

Ook niet bij je moeder. […]”

Hoe schrijf jij aan je biografie?

Oud worden

Afgelopen zaterdag hoorde ik voor het eerst van Octavie Wolters, omdat haar boek Het lied van de spreeuw op de shortlist kwam van de Jan Wolkers Prijs 2022. Ik bezocht haar website en las daar de volgende overdenking over oud worden, naar aanleiding van haar verhuizing.

“Ergens in de afgelopen jaren, vanaf mijn veertigste denk ik, manifesteerde zich een zin in me die telkens terug blijft komen. Het is een lichtpaniekerige gedachte die op een willekeurige plaats, op een willekeurige tijd, in de auto, op feestjes, door mijn hoofd kan schieten:

Maar ik weet helemaal niet hoe dat moet, oud worden.

Ik verbaas me erover dat de gedachte aan de ouderdom zich zo plotseling en vooral, zo buiten enige bewustheid erover, aan me heeft opgedrongen. Ik ben er nooit mee bezig geweest, met mijn leeftijd, maar goed, dat is misschien dan ook wel de crux. Als ik er wel mee bezig was geweest dan had ik me nu wellicht niet zo overvallen gevoeld.

Soms gaat de gedachte gepaard met een verontwaardigde bijgedachte: waarom heeft nooit iemand iets gezegd? Waarom heeft nooit iemand me gewaarschuwd? En dan realiseer ik me dat heel veel mensen iets hebben gezegd, maar dat ik daar nooit naar luisterde.

[…]

Misschien zit ik nog in een tussenfase maar voor mij gaat het verlies van de jeugd op dit moment vooral over hoe keuzemogelijkheden inkrimpen, een brede stroom die naarmate de jaren verstrijken door een nauwe trechterhals moet. De keuzes die ik in de eerste helft van mijn leven heb gemaakt zijn niet meer omkeerbaar. Natuurlijk kan ik nog vanalles aanpakken, een nieuwe studie doen, een ander carrièrepad kiezen, als ik zou willen zou ik zes honden kunnen nemen, een hippiegemeenschap beginnen op Ibiza, op de juridische afdeling van de gemeente kunnen gaan werken. Er zijn mensen die op hun negentigste nog volledig het roer omgooiden, alles kan, maar laten we eerlijk zijn, de grootste levenslijnen zijn wel uitgestippeld en ik zal in de tweede helft voor een aanzienlijk deel moeten voortborduren op de beslissingen die ik voorheen heb genomen.”

(Weet jij hoe dat moet, oud worden?)

In welk opzicht bepaalt jouw levensloop tot nu toe wat je nog kunt in de toekomst? 

Jezelf zijn

Wie het heeft over ‘jezelf zijn’, veronderstelt dat er zoiets is als je ware zelf. Sommigen denken dat dat een illusie is. Het idee dat we een zelf hebben, een onveranderlijk ‘ik’, onze essentie, zou gebaseerd zijn op de diep menselijke behoefte continuïteit te zoeken, betekenis dus eigenlijk. Maar volgens hen is er niets waaruit blijkt dat het meer is dan een illusie, dat we een ware zelf hebben.

Anderen besteden er hun leven aan om anderen te helpen zichzelf te zijn, of hun ware zelf te vinden. Dus misschien moet je hen gelovigen noemen: mensen die ervan uitgaan dat je kunt terugvallen op je ware zelf. Tot de laatsten hoort Caroline McHugh. Ze schreef het boek Never Not en Lovely Moon over de kunst van het jezelf zijn. Zie ook deze Ted-lezing.

Caroline McHugh introduceert naast wat we kennen als een meerderwaardigheidscomplex (superiority complex) en een minderwaardigheidscomplex (inferiority complex), iets wat ze het ‘interiority complex’ noemt.

Uit de Ted-lezing (vanaf 10 minuten):

If you have a superiority complex or you have an inferiority complex, you need other people around. For the superiority complex, you need other people to be smaller, for the inferiority complex you need to suffer from ‘I’m going to be found out syndrome’, so somebody needs to find you out.

Interiority is entirely unrelative, so to operate from this position of interiority, it’s like a perceptual vantage point. It’s a sensibility. It’s an orientation, and it’s the only place in your life, you have no competition.”

Laten we interiority vertalen met ‘innerlijke waardigheid’. Het is wat er over blijft als er niemand meer is om je mee te vergelijken. Sterker nog: als je leeft vanuit dit perspectief, zijn anderen er niet om jou te bevestigen of af te wijzen. Wat een vrijheid geeft dat! Om onder alles iemand te zijn die niet bepaald wordt door anderen, zoals de lucht onaangedaan blijft door het weer.

Wie ben jij als je jezelf bent?

Ik kies, dus ik ben

Filosoof Roman Krznaric in zijn Brainwash Talk vijf verschillende manieren van die de mensheid heeft ontdekt om de dag te plukken. Vijf verschillende betekenissen van carpe diem in de loop der eeuwen.

  1. Grijp de kansen in het leven voor ze voorgoed verdwijnen, of het nu gaat om een nieuwe carrière of het redden van een relatie.
  2. Aanwezig zijn in het hier en nu. Leven in het moment. Dat is een radicaal nieuwe betekenis die een eeuw geleden niet bestond, maar dateert uit de afgelopen vijftien jaar deels door de mindfulness-beweging.
  3. Spontaniteit. Gooi je elektronische kalender weg en ga experimenten aan in je leven.
  4. Het najagen van genot, een betekenis die in de 17e eeuw populair was: het hedonisme. Dat gaat niet over comazuipen, vreemdgaan of een overdosis drugs, maar over je zintuigen volgen; over proeven en voelen en de wereld zintuiglijk waarnemen.
  5. Een politieke vorm. Daarbij komen we massaal bijeen om politiek de dag te plukken om de wereld om ons heen te veranderen. Demonstranten in Berlijn grepen in 1989 de gelegenheid aan om de Muur te laten vallen. Denk ook aan de Occupy-beweging of de Women’s March tegen Trump. Die mensen plukten de dag. Ze pasten het ideaal van Horatius toe op het collectief. Ze zeiden: ‘Carpamus diem. Laten we samen de dag plukken’.

Roman Krznaric: “Ik vind dat we die vijf manieren om de dag te plukken, moeten cultiveren. Dat is wat vrijheid in de 21e eeuw betekent.”

“Het leven draait om het maken van zinvolle keuzes. Kiezen kan soms heel moeilijk zijn maar je kunt het kiezen beschouwen als een creatieve ruimte waarin we de kans krijgen om het script van ons eigen leven te herschrijven.”

“Wat is een mens? Dat vraagt de existentiële therapeut Viktor Frankl. Zijn antwoord was: een mens is iemand die voortdurend beslist wat hij is. Als je die waarheid over het belang van kiezen begrijpt, ben je daadwerkelijk begonnen te leven volgens het credo van carpe diem: ik kies, dus ik ben.”

Kijk hier de hele lezing van Roman Krznaric.

Welke keuzes heb jij afgelopen weken tijdens de corona-lockdown gemaakt?

“Waar gaat je leven over?”

Zodra je de kunst van het vragen stellen beoefent, ga je letten op goede interviewers. Theo van Gogh was zo iemand. Zijn vragen waren opvallend: hij ontlokte mensen verhalen die ze nog nooit eerder verteld hadden. Over zichzelf ook. Hoe deed hij dat?

Vraagzin.nl besteedde onlangs aandacht aan de manier van vragen stellen van Theo van Gogh: “Van Gogh was met name een meester in het stellen van persoonlijke vragen. Ondanks dat zijn vraaggesprekken in Van Gogh’s Zondag en Een Pittig Gesprek nooit lang duurden, wist hij toch vaak tot de kern van iemand door te dringen. Waarbij de geïnterviewde niet weg kwam met nietszeggend geklets of hypocrisie.”

“Dé vraag die Van Gogh typeert, is misschien wel de vraag Waar gaat je leven over?

In het gesprek van Theo van Gogh met Jeroen Pauw, waar Vraagzin.nl naar verwijst, (video), beantwoordt Pauw inderdaad binnen drie minuten de vraag: “Was je graag een vrouw geweest?” En binnen vijf minuten: “Waar gáát je leven over?”

En tot slot: “Is er nog een einddoel, behalve doodgaan?”

Lees hier het hele stuk op Vraagzin.nl

Welke vraag bracht jou ooit op een nieuwe gedachte over jezelf?

Geef je herinneringen weer kleur

“Jarenlang heb ik geleefd zonder aan vroeger te denken. Wanneer ik bij toeval in de geest vluchtig raakte aan het verleden, scheen me toe dat ik veel, het meeste vergeten was. Ik had een gevoel van spijt, van schaamte en weemoed ook omdat ik die eenmaal zo intens doorleefde werkelijkheid van het kind-zijn niet had weten vast te houden. Nu ik bewust zoek naar beelden van vroeger, word ik één met wat er opwelt uit mezelf, ben ik weer daar en toen, en alles is hetzelfde gebleven. Ieder ogenblik uit het verleden met de daaraan verbonden gewaarwordingen en ervaringen bestaat nog en is toegankelijk. Er is niets veranderd. Ik ben ouder geworden en het gebied dat mijn bewustzijn bestrijkt, heeft zich uitgebreid. Als volwassen mens houd ik mij, gezien de eisen van de wereld waarin ik leven moet, vanzelf of noodgedwongen op in bepaalde regionen. Het achterland verdween achter de horizon, maar het is bereikbaar gebleven. Het kind, het meisje dat ik geweest ben, leeft in mij. Het ‘ik’ heeft grotere expansiemogelijkheden, maar de samenstelling is niet veranderd.”

Hella Haasse, in: Zelfportret als legkaart in Het dieptelood van de herinnering, 2003, p. 35/36.

Wil jij ook weer kleur geven aan je herinneringen? Geef je dan op voor de een seizoensgroep Autobiografisch Schrijven. Of doe mee aan een online schrijfmeditatie op een voorlaatste zondag in de maand. Zie hier voor meer informatie.

Pas als je een autobiograaf bent, kan je leven beginnen

Pas als wij autobiografen zijn, kan ons leven beginnen. Pas door afkeer van je verleden of nieuwsgierigheid naar je toekomst, word je autobiografisch. Pas dan kun je je leven in eigen hand nemen en je verantwoordelijk voelen — misschien niet volledig voor je verleden, maar wel voor je toekomst. […]

Autobiografie gaat van mij betreft niet over geschiedschrijving, maar over zelfwording. Als kind je heb je eerst alleen een fysiek contact met de wereld. Gaandeweg komt er een gedachteleven bij, dan kun je gaan beschouwen en interpreteren. […] Als je enkel die fysieke oriëntatie op de wereld houdt, word je niet iemand die zichzelf evalueert, bekijkt en overdenkt, en die zijn eigen biografie ter hand neemt. Pas als wij autobiografen zijn, kan ons leven beginnen.”

René Gude, in Altijd een vertekend beeld, door Marc van Dijk, Trouw 10 maart 2010, zoals geciteerd in Autobiografisch schrijven, van Willemijn Soer (2013, p. 26)

Zie ook: De filosofie van hard werken, door Marli Huijer, Trouw, 27 april 2015.

Wanneer ben je een autobiograaf?

Jezelf leren kennen: geen navelstaarderij

Filosoof Welmoed Vlieger vertelt in De Volkskrant over jonge mensen en burn-out. Mooi interview, lees hier.

We werken steeds meer met ons hoofd. Denkt u dat we daarom massaal aan mentale uitputting lijden?

“Nee. Het zijn vragen als: kan ik dit wel, wil ik dit wel of doe ik dit omdat anderen het van me verwachten? Dáár worden mensen moe van. Dat vraagt om zelfonderzoek: eerlijk jezelf onder ogen zien. Dat los je niet op met een weekendje Parijs.

En, dat vind ik belangrijk om te benadrukken, het is geen navelstaarderij. Want door jezelf te leren kennen – ook je donkere kanten – kan er ook ruimte ontstaan voor anderen. Je kunt je makkelijker verhouden tot anderen, hen accepteren zoals ze zijn.”

Wanneer ken je jezelf?

Boek van een biografisch coach

Biografisch coach Susanne Kruys schreef een boek over het inzetten van biografisch werk in de zorg. Daarvoor interviewde ze o.a. wetenschappers als Trudy Dehue, psychiaters Dirk de Wachter en Jim van Os en hoogleraar zorgethiek Carlo Leget. In de gesprekken die ze voor haar boek voerde, onderzocht Kruys hoe de thema’s in iemands leven tot zingeving kunnen leiden.

In een interview in NRC legt ze het verschil uit tussen je innerlijke en uiterlijke biografie:

“De uiterlijke gaat over: waar ben je opgegroeid, wat heb je gestudeerd, wat heb je voor werk gedaan, waar heb je gewoond, met wie woon je samen? De innerlijke gaat over dat wat jou zin geeft, wat jou in beweging brengt, wat je hogere waarden zijn.”

Beide breng je in kaart. Overzicht brengt vanzelf inzicht.. het wonder van biografisch werken. Ik ben blij dat zij met dit boek meer bekendheid geeft aan dit vak.

Susanne Kruys, De biografie als medicijn. De zin van levensverhalen in de zorg. (Lannoo Campus)

Zie het hele interview hier: NRC Grijp eens terug op iemands levensverhaal

Wat zijn jouw levensthema’s?