Mensen die me inspireren, hun woorden, hun kunst

Inspiratie

De zin van het leven

“In onze samenleving zijn we erg bezig met antwoorden, met problemen die moeten worden opgelost, met zaken onder controle krijgen. Maar soms gaat het juist om de vragen, zonder duidelijke antwoorden. Ik merk bij anderen soms ongeduld: heb je die duidelijke antwoorden nu nog niet? Nee! Ik ben al 46 jaar, maar ook pas 46. Als ik 80 ben heb ik meer gelaagdheid, meer rimpels, maar ook vast meer te vertellen. Al zullen we het nooit helemaal weten. Maar stel je voor dat we wel zouden weten wat de zin van het leven is? Het niet-weten is ook mooi, dan kun je leren.”

Claartje Kruijff (in gesprek met Fokke Obbema, Volkskrant 14 oktober 2018)

Waar vraag je eigenlijk naar als je vraagt naar ‘de zin van het leven’? 

Burn-out vraagt om een nieuw verhaal

In dit artikel in Trouw, stelde cultuurfilosoof Maarten Coolen (UvA) dat je een burn-out krijgt als je het verhaal over je eigen identiteit niet meer kunt volhouden.

“Bij een burn-out is iemand existentieel opgebrand. Als je tegenwoordig een identiteit wilt hebben, iemand wil zijn, moet je een verhaal hebben over jezelf. Onze identiteit heeft een narratief karakter gekregen: je moet je persoonlijke verhaal voortdurend updaten om te zorgen dat je interessant blijft voor andere mensen. Want alleen dan besta je. Mensen met een burn-out lukt het niet meer om dat verhaal in stand te houden. Dat leidt tot een gevoel van zinloosheid. Dat heeft niet alleen betrekking op werk, zoals vaak wordt gedacht: het hele leven heeft geen kleur meer. Het is niet zo dat bepaalde taken je te zwaar worden, het wordt je te zwaar om iemand te zijn.”

Vroeger werd je identiteit bepaald door de plaats waar je vandaan kwam, je plek in de gemeenschap en het werk wat je deed. Nu moet je het verhaal over wie je bent steeds vernieuwen en het moet aantrekkelijk zijn, voor anderen, maar ook voor jezelf. En wij leggen de lat hoog. Door het gevoel dat de concurrentie groot is en dat iedereen een beter verhaal heeft dan jij.

Als het te zwaar wordt, red je het niet om in je eentje een nieuw verhaal te vormen over je identiteit. De vraag ‘wie ben ik?’ moet je weliswaar zelf beantwoorden, maar het zou fijn zijn als je daar hulp bij krijgt. Nu worden mensen daarin te veel op zichzelf teruggeworpen, vindt ook Coolen. Hij stelt dat je hiervoor niet naar een psychiater of psycholoog zou hoeven, want je bent niet ziek. (Je zou dan bovendien een diagnose moeten krijgen, die gedeeld wordt met je zorgverzekeraar.) Je hebt alleen tijdelijk een gesprekspartner nodig bij deze zoektocht.

Coolen geeft aan nog niet te weten welke instantie deze rol kan vervullen. Hij heeft blijkbaar nog geen kennis van filosofisch practici of biografisch coaches. Ik heb er daarom maar een e-mailtje aan gewijd om hem te vertellen dat we bestaan.

Ik heb geen vraag

“Ik heb geen vraag”, zegt de bezoeker.

Waarom zeg je dat?

“Omdat ik dacht dat je een vraag moet hebben als je hier komt.”

Waarom ben je hier dan?

“Omdat ik nieuwsgierig ben.”

Waarnaar precies?

“Nou, wat je dan doet als filosofisch practicus.”

Dus dan heb je toch een vraag. Waarom wil je weten wat een filosofisch practicus doet?

“Omdat op je site staat dat het over denken gaat. Ik vind het fijn om na te denken. Ik wil daar wel in geschoold worden.”

Kun je dat formuleren in de vorm van een vraag?

Leven zonder antwoorden

Een vraag rolt als een steen
langs de flank van de mens
en in plaats van in de leegte te vallen
vindt hij een vallei die hem ondersteunt.

Het gaat niet meer om mensen of goden.
Wij staan niet meer op de plaats van de antwoorden.
De eigen echo is veranderd in de vallei.

Misschien bestaat de verlossing van de mens eruit
te rollen langs de eigen helling,
met in zijn armen de steen
van zijn allergrootste vraag.

Roberto Juarroz, Verticale Poëzie V (1974), [8].
[vertaald uit het Spaans door Mariolein Sabarte Belacortu]

Wat is jouw allergrootste vraag?

Je toekomst bepaalt je herinnering

Douwe Draaisma, geheugenwetenschapper, vertelde op Brainwash de volgende anekdote over Marten Toonder. Over hoe je herinnering bepaald wordt door wat je nu wilt en beleeft. Ik citeer het hier.

Marten Toonder, de tekenaar van Ollie B. Bommel, wordt op zijn 75e door verschillende uitgevers benaderd met de vraag: Zou u niet uw autobiografie kunnen schrijven? Dan willen wij die graag uitgeven.

Marten Toonder worstelt met die vraag, want, zo schrijft hij aan Dick Matena, een collega-tekenaar: “Een autobiografie is een buitengewoon lastig genre. Een autobiografie is niet een verzameling verhalen, feiten en belevenissen. Het is geen optelsom van herinneringen. Een autobiografie moet een lijn bevatten. Daar moet een rode draad inzitten, die moet samenhang hebben, orde.”

En wat Toonder vaststelde is dat je dan aan de chronologie eigenlijk geen houvast hebt. Want als je aan hoofdstuk 1 begint moet je al een idee hebben van wat er in hoofdstuk 3 en 8 komt. En met dat probleem worstelt hij en totdat dat is opgelost, durft hij er eigenlijk niet aan te beginnen. Dan schrijft hij in een brief aan Dick Matena deze prachtige zin: “Want iets wat in de jeugd gebeurd is, is dikwijls het gevolg van een voorval op latere leeftijd.”

Je zal intuïtief een idee hebben van wat Toonder hier bedoelt. Namelijk dat de gebeurtenissen die je in je jeugd beleefd hebt, af kunnen hangen van een latere duiding, iets wat je later pas te weten komt. Wat je later pas hoort, later pas begrijpt, later pas kunt plaatsen. En dat latere inzicht kan ervoor zorgen dat in sommige gevallen een eerdere gebeurtenis in jouw geheugen van gedaante verandert.

Lees de lezing hier terug (video kijken kan ook). Zeer de moeite waard.

Op welke momenten herinner jij je ineens iets uit je jeugd?

Wat je ook had kunnen doen

The Road Not Taken

Two roads diverged in a yellow wood,
And sorry I could not travel both
And be one traveler, long I stood
And looked down one as far as I could
To where it bent in the undergrowth;

Then took the other, as just as fair,
And having perhaps the better claim,
Because it was grassy and wanted wear;
Though as for that the passing there
Had worn them really about the same,

And both that morning equally lay
In leaves no step had trodden black.
Oh, I kept the first for another day!
Yet knowing how way leads on to way,
I doubted if I should ever come back.

I shall be telling this with a sigh
Somewhere ages and ages hence:
Two roads diverged in a wood, and I—
I took the one less traveled by,
And that has made all the difference.

Robert Frost (1915)

Met dit college over dit populaire, maar verkeerd begrepen gedicht. Het gaat meer over spijt, dan over het kiezen van een eigenzinnig pad.

Hoe vaak denk jij na over de keuzes die je in je leven gemaakt hebt?

Woorden en gedachten

“Carefully watch your thoughts for they become your words. Manage and watch your words for they will become your actions. Consider and judge your actions, for they have become your habits. Acknowledge and watch your habits, for they shall become your values. Understand and embrace your values, for they become your destiny.” – Mahatma Gandhi

Kies jij jouw woorden, of kiezen je woorden jou?