Wie het heeft over ‘jezelf zijn’, veronderstelt dat er zoiets is als je ware zelf. Sommigen denken dat dat een illusie is. Het idee dat we een zelf hebben, een onveranderlijk ‘ik’, onze essentie, zou gebaseerd zijn op de diep menselijke behoefte continuïteit te zoeken, betekenis dus eigenlijk. Maar volgens hen is er niets waaruit blijkt dat het meer is dan een illusie, dat we een ware zelf hebben.
Anderen besteden er hun leven aan om anderen te helpen zichzelf te zijn, of hun ware zelf te vinden. Dus misschien moet je hen gelovigen noemen: mensen die ervan uitgaan dat je kunt terugvallen op je ware zelf. Tot de laatsten hoort Caroline McHugh. Ze schreef het boek Never Not en Lovely Moon over de kunst van het jezelf zijn. Zie ook deze Ted-lezing.
Caroline McHugh introduceert naast wat we kennen als een meerderwaardigheidscomplex (superiority complex) en een minderwaardigheidscomplex (inferiority complex), iets wat ze het ‘interiority complex’ noemt.
Uit de Ted-lezing (vanaf 10 minuten):
“If you have a superiority complex or you have an inferiority complex, you need other people around. For the superiority complex, you need other people to be smaller, for the inferiority complex you need to suffer from ‘I’m going to be found out syndrome’, so somebody needs to find you out.
Interiority is entirely unrelative, so to operate from this position of interiority, it’s like a perceptual vantage point. It’s a sensibility. It’s an orientation, and it’s the only place in your life, you have no competition.”
Laten we interiority vertalen met ‘innerlijke waardigheid’. Het is wat er over blijft als er niemand meer is om je mee te vergelijken. Sterker nog: als je leeft vanuit dit perspectief, zijn anderen er niet om jou te bevestigen of af te wijzen. Wat een vrijheid geeft dat! Om onder alles iemand te zijn die niet bepaald wordt door anderen, zoals de lucht onaangedaan blijft door het weer.
Wie ben jij als je jezelf bent?